In een interview met Steven Van den Berghe blikken we na een jaar terug én vooruit op de nieuwe look van Delizio. We zien hoe Delizio gegroeid is en blijft groeien naar een gevestigde waarde in het horecalandschap.

Eén jaar nieuwe look: hoe gaat het met Delizio?

"Als student zat ik eerder in de frituur dan in de bib. Daar pluk ik nu nog de vruchten van."
Steven Van den Berghe (algemeen directeur en oprichter) begon 21 jaar geleden aan zijn Delizio-avontuur. Ondertussen bouwt hij met een team van zeventig foodfanaten aan een toekomst die de frituur-, horeca- en bakkerijwereld alleen maar ten goede zal komen. Naar aanleiding van de eerste verjaardag van de nieuwe look, blikt hij terug én vooruit.
De bedoeling is altijd geweest om goede producten aan te bieden aan mensen die lekker eten willen maken. Steven vertelt hoe die droom begon. “Vanuit mijn liefde voor het Belgisch frituren als student, ben ik in 2004 dan ook begonnen met de verkoop van oliën en vetten. Maar in rekken vol witte, saaie verpakkingen wilde ik het toch anders aanpakken. Met een opvallende zwarte doos, het rood van Delizio en gele frieten op de verpakking lag onze nationale driekleur te pronken in de rekken,” zegt Steven met terechte trots.
Delizio nummer één
Vanaf 2009 begon Delizio met de in-house productie van oliën en vetten. “Na een tijdje in Nederland te vertoeven, zijn we in onze, letterlijke, thuishaven Antwerpen terechtgekomen. (lacht) Daar is de echte uitbouw van ons merk begonnen. We bouwden onze fabriek uit met eigen machines en werkten naast professionalisering ook aan internationalisering door de juiste mensen aan boord te halen.
In 2014 sloeg het noodlot jammerlijk toe. “Dan is onze toenmalige fabriek helemaal afgebrand. Dat was een zwarte dag. Letterlijk en figuurlijk. Het heeft ons moeite gekost, maar we zijn daar wel sterker uitgekomen. In 2016 hebben we alles gecentraliseerd in Ekeren. We introduceerden toen bijvoorbeeld ook Halal Rundvet, stuurden meer mensen op de baan en naar beurzen en gingen van challenger naar gevestigde waarde. Delizio was de nummer één in de frituur, maar ook voor de rest van de foodservice wilden we de stille kracht van de keuken worden.”
Een nodige nieuwe jas
Onze groei had nood aan structuur, gaat Steven verder. “We hadden zoveel producten, dat het voor de klanten, en voor ons, om eerlijk te zijn, een beetje chaotisch werd. Er was cohesie nodig en een nieuwe look was op zijn plaats. We kregen soms zelfs de vraag of we olie of frieten verkochten. Door die frieten op de verpakking, hé.” Zo gezegd, zo gedaan: de nieuwe Delizio was geboren. “Nieuw, en nog steeds anders dan de rest. Want dat moet ook, hé. De klassieke manier van horeca heeft het al jaren moeilijk, dus moeten we innoveren.” Delizio luistert naar de markt en komt met producten die chefs en uitbaters vooruithelpen. “In elke soort horeca moeten échte Belgische frieten gebakken kunnen worden. Toch? Maar bijvoorbeeld ook de Bakken & Braden: die is kostenefficiënt en veel polyvalenter dan boter. Da’s wat de horeca nodig heeft vandaag.”
’t Is nog niet gedaan
Delizio heeft nog veel in petto voor de toekomst. “Veertig procent van onze producten blijven in eigen land, zestig procent exporteren we naar het buitenland. Van IJsland tot Cyprus, van de Azoren tot in Letland. Da’s leuk om te zeggen, maar dat betekent ook dat ze in Europa beginnen te beseffen: voor authentieke Belgische frieten heb je Belgische topkwaliteit nodig. In België weten ze het nu wel (lacht). ’t Is dus nog lang niet gedaan voor Delizio. Voor onze 25ste verjaardag zal er weer heel wat nieuws te vertellen zijn. Dan bellen we nog eens!”